The Old days

Ik ben 9 jaar oud als ik samen met mijn zus op de achterbank van onze auto zit terwijl we langzaam wegrijden uit de straat van onze opa en oma in Gouda. Onze zakken zijn door onze oma gevuld met een rolletje mentos (‘wat lekkers voor onderweg’), en een muntje van vijf voor in onze spaarpot. We zitten omgekeerd op de bank van onze Alfa Romeo en zwaaien vol enthousiasme door de achteruit naar onze opa.

Een lieve, grijze man met warme bruine ogen zwaait vrolijk terug. In zijn hand houdt hij een zakdoek vast die hij fanatiek mee laat wapperen in de blauwe lucht, later bewaar ik die zakdoek als herinnering aan hem. Hij blijft zwaaien totdat wij uit het zicht zijn, een beeld dat nog steeds duidelijk in mijn geheugen staat gegrift als één van mijn eerste herinneringen uit mijn jeugd.

Vele jaren later sluit ik de deur achter me dicht van een klein, gezellig huisje in een rustige wijk in Rotterdam. Ik trek mijn werkkoffer achter me aan over het pad van de voortuin. Er staat een vogelhuisje in en haar tuin staat vol met planten die volop in de bloei zijn. In mijn tas zit een pakje chocolademelk (‘voor als je onderweg dorst krijg meisje’) en in het zakje van mijn werkjasje zit een extraatje voor in het fooienpotje. Ik draai me om richting haar raam waar ze al klaar staat om mij uit te zwaaien, een standaard tafereeltje waar ze nooit van afwijkt.  Ze blijft zwaaien totdat ik uit het zicht ben verdwenen.

Helaas zijn mijn beide grootouders al een tijdje geleden overleden, en ik mis ze nog regelmatig. Maar gelukkig heb ik ze door mijn werk weer een beetje teruggekregen. 

Het onkruid en de bloem

Warm welkom

Ze is bijna 60 jaar, maar oogt een stuk jonger, en dat terwijl  ze al een heel leven achter de rug heeft. Een leven van drugs, geweld en veel tegenslagen. Ze heeft zich een weg uit deze ellende weten te banen en ze woont nu in een klein huisje aan de rand van een dorp. Ze kijkt uit over een weiland en de vogels fluiten ijverig als ik aankom lopen met mijn werkkoffer. Ik word vrolijk begroet: ‘kom verder, wat fijn dat je er bent’ zegt ze terwijl ze de voordeur voor me open houdt. Ik loop verder en zoek een plekje om te werken in haar kleine woonkamer wat gevuld is met boeken, drie kattenmandjes, planten en wat paperassen. 

Hoe het allemaal begon….

Tijdens de behandeling vertelt ze mij dat haar roots in het Midden-Oosten liggen. Ze vond haar liefde in Nederland en zo is ze hier uiteindelijk beland. ‘Helemaal hoteldebotel en blind van de liefde ‘ was ze. Zo blind dat ze in eerste instantie niet door had dat hij meer oog voor drugs had dan voor haar. Ze besluit om het eens samen een keertje te proberen, maar het is nooit bij dat ene keertje gebleven. Ze vertelt: ‘cocaïne is zo ontzettend verslaafd weet je’.

Het Onkruid

Ik zou het niet weten, denk ik bij mezelf. Toen ik 12 jaar was heb ik eens het boek ‘Het onkruid en de bloem ’gelezen van Remco Campert. Het boek vertelt het verhaal van een 15 jarig meisje dat verslaafd raakt aan verdovende middelen en er uiteindelijk aan overlijdt. Het verhaal heeft zoveel indruk gemaakt op mij dat ik toen ter plekke mezelf plechtig beloofde om nooit aan de drugs te gaan. En die belofte aan mezelf heb ik nooit verbroken.

Paint it red

Ondertussen lak ik haar teennagels rood terwijl ze verder vertelt over hoe ze uiteindelijk kon ontsnappen uit het drugs wereldje. Ze is afgekickt, op eigen kracht, en heeft nooit meer terug gekeken naar haar verleden. Haar kinderen zijn haar alles en haar toenmalige vriend is al geruime tijd uit haar leven. ‘mijn huis is niet groot, maar het is wel van mij, en ik ben weer gezond’. Ze kijkt naar haar gelakte teennagels. ‘Wat mooi, dank je wel’, ze kijkt tevreden naar haar voeten.

….en de bloem.

Ze is zelf uit het diepe dal met onkruid omhoog gekropen. Ze is er nog niet helemaal, maar ze komt er wel, uiteindelijk zal ze weer opbloeien. Het leven is tenslotte niet alleen maar rozengeur en maneschijn.


Every step you take….

Er wordt regelmatig gevraagd hoeveel uur ik in de week werk. ‘Bedoel je de uren die ik besteed aan pedicuren? Of in totaal?’ vraag ik dan. Want totaal loopt dat op tot zeker zo’n 40 uur in de week. Naast de praktijk is er nog een groot gedeelte waar ook heel veel tijd in gaat zitten: administratie, social media, mijn blog, naar de groothandel, en het beantwoorden van berichtjes. Dat laatste kan via mail, facebook of via WhatsApp. Op mijn site staat een WhatsApp button waardoor de mensen meteen met mijn kunnen appen als ze dat willen. Tegenwoordig appen de mensen liever dan dat ze bellen, en ik vind dat prima. Ik reageer,als het mogelijk is,vrij snel op berichtjes, dan is het meteen maar afgehandeld, en ik weet dat het wordt gewaardeerd.

Ik had al moeite om prive en werk gescheiden te houden toen ik nog in loondienst was, en als ondernemer is dat zeker niet minder geworden. Ik ben elke dag bezig met mijn werk, ook als ik vrij ben: toch nog even die ene klant een berichtje sturen, toch nog even wat op social media plaatsen, toch nog even aan mijn blog werken. En ik doe het met veel liefde, mijn zaak is mijn kindje en daar moet je goed voor zorgen.

Zelfs op vakantie kan ik het niet loslaten. Ik kan het niet laten om naar de voeten van de mensen te kijken. Bij het zwembad is het helemaal erg, als de badgasten op hun zonnebedje liggen dan scan ik de voeten: eelt, kloven, onverzorgde nagels, afgebladerde nagellak. Ik kan er niks aan doen, mijn ogen worden er naar toe getrokken. Tijdens een dagje Efteling was het ook raak: mensen met te kleine slippers, mensen die naar binnen toe lopen met hun voeten, mensen die naast hun schoenen lopen (letterlijk)etc. etc.

Ik was er al voor gewaarschuwd op mijn opleiding die ik deed op Rotterdam Zuid. ‘ Je zal zien, als je op de roltrap staat op Zuidplein dat je naar de voeten kijkt van de persoon voor je’. Je let op de stand van de voeten, naar de schoenen. En gelijk had deze lerares.

Dus lieve mensen, wees gewaarschuwd: Zie je niet het nut in van goede verzorgde voeten? Denk je dat er niemand op je voeten let? Er zou zomaar een pedicure in de buurt kunnen zijn die ze stiekem onder de loep neemt. Of ze nou aan het shoppen is op haar vrije dag, of een dagje strand doet, wij zijn nooit off duty 😉

Liefs, Judith

Ps. De foto is gemaakt tijdens mijn vakantie, want zo’n voetenfoto is toch altijd handig om te hebben voor op mijn blog of social media?

Make it happen

Ik ben niet geboren en getogen in Rotterdam, ik ben import. Maar ik ben redelijk geïntegreerd, al zeg ik het zelf. Je kan me wakker maken voor een patatje van de Bram, de brienenoordbrug is voor mij thuiskomen, en thuis heerst de ‘niet lullen maar poetsen ‘mentaliteit.

Ik kom uit een Goudse familie en ben geboren in Gouda. Ik ben opgegroeid in het veilige Moordrecht: waar het touwtje uit het brievenbus hing wanneer ik buiten speelde en ik naar binnen ging wanneer de straatverlichting aanging. Vele jaren later ben ik gaan samen wonen met een Waddinxveener in het dorp waar hij woonde, en uiteindelijk zijn we gesetteld in Nesselande, een buitenwijk van Rotterdam.

Mijn man wilde liever niet weg uit Waddinxveen, die is nogal honkvast. Ik kon hem overtuigen met het argument dat we dan dichterbij de Kuip wonen. En daar wonen we nu al ruim 10 jaar. Ik zou niks anders meer willen, ik voel me hier meer dan thuis.

Ik hou van de Rotterdamse mentaliteit: Hardwerkende mensen die duidelijk, eerlijk, direct en open zijn, en ik waardeer dat enorm. En zeker ook omdat ik dat ook tegen hun kan zijn. Zo weet iedereen waar die aan toe is.
Het is een stad met een ruw randje, er wordt niks opgepoetst, what you see is what you get.

Het is een stad waar heel veel mogelijk is door hard te werken. Zo is de slogan ‘make it happen’ hier in het leven geroepen en kan je deze slogan terug vinden in de stad op meerdere plekken.
Een slogan die heel toepasselijk is voor deze stad, want als je iets echt wilt, dan lukt het hier, in deze stad. De stad die zichzelf heeft opgebouwd na de tweede wereldoorlog. De stad die met de grond gelijk is gemaakt en nu piekt met torenhoge gebouwen die de skyline vertegenwoordigen.

De meeste klanten van mij zijn trouwens wel geboren en getogen in Rotterdam. Mijn oudste klant is 97 jaar. Zij heeft de oorlog heel bewust meegemaakt. Zo vertelde ze mij eens dat ze het bombardement nog heel goed kan herinneren, de geur van de vernieling, en van de lichamen op de Coolsingel. Ontzettend heftig en heel triest. Sommige kunnen er heel open over praten, en sommige praten er liever helemaal niet over.

Daarnaast heb ik aardig wat ondernemers in mijn klantenkring. Dames die hun eigen zaak hebben, hier keihard voor hebben gewerkt en daar nu de vruchten van plukken. Mannen die tijdens een behandeling hun telefoon niet weg kunnen leggen omdat een eigen zaak 24/7 doorgaat. Sporters die keihard trainen en hun tanden in hun doel hebben gezet en niet loslaten totdat hun doel is bereikt.

Ik geloof in het stellen van doelen en dat deze haalbaar zijn: als je hard werkt, een duidelijk richting kiest, open staat voor kritiek, eerlijk bent naar je klanten toe, en gaat voor een directe aanpak. En wat toevallig dat dat nou allemaal Rotterdamse eigenschappen zijn.

En met deze eigenschappen kan je het waar maken. Waar je ook bent. In Rotterdam, in Gouda, of in Moordrecht, want waar je hart ligt, daar ligt je doel.

Picture Perfect

Bij het perfecte plaatje denk ik altijd aan Instagram. Daar komen de mooiste foto’s voorbij van prachtig ingerichte woningen, mooie gezinnen, en zonovergoten vakanties. Een filtertje erover en klaar! Te mooi om waar te zijn, want iedereen weet dat elk huisje zijn kruisje heeft.
En die kruisjes krijg ik vaak te horen bij mijn klanten.

Bijna iedereen heeft wel foto’s in hun woonkamer staan. Voornamelijk van de (klein)kinderen, familie of huisdieren. Vaak word ik op die foto’s gewezen door mijn klanten: ‘Kijk dat is mij kleinzoon, die zit nu op de universiteit, en gaat met de zomer naar Gambia om daar een waterput te maken’. Ik krijg alle verhalen te horen die achter de foto’s schuilen. En dan bedoel ik de echte verhalen, niet de happy Instagram story’s.

Verdrietige verhalen: een dochter die bij een auto-ongeluk is omgekomen op 45 jarige leeftijd, een baby’tje die overleden is aan een longontsteking bij 9 maanden oud, dierbare huisdieren die zijn overleden, echtgenoten die veel te vroeg zijn overleden aan kanker. Ik heb ze allemaal te horen gekregen en ik neem ook altijd de tijd om naar deze verhalen te luisteren. Dan maar 5 minuten later thuis.

Maar ook mooie verhalen komen voorbij: klanten die bijvoorbeeld supertrots zijn op hun kinderen en kleinkinderen. Zo was ik eens bij een echtpaar van mediteraanse afkomst. Hun hele muur hing vol met foto’s van hun nazaten. Ik ben daar een uur binnen geweest, maar toen ik weer buiten stond kende ik de hele familie en weet ik wat voor werk ze doen. Hartverwarmend vind ik dat.

De mooiste foto’s vind ik die van vroeger. In zwart-wit. Daar is niks gefotoshopt aan, heel puur.

Social media is een mooi medium, zeker ook op zakelijk gebied. Ik probeer op dit gebied een duidelijk beeld van mezelf neer te zetten: hoe mijn werk eruit ziet, de plekken waar ik kom, de momenten die ik mee maak. Daar is niks gefotoshopt aan.

Een paar werken geleden ging ik met een fotograaf op stap om foto’s te maken voor mijn blog, social media en mijn website. Ik ben zelf niet van de selfie-generatie dus toen ik mezelf terug zag moest ik even slikken. De foto’s zijn prachtig geworden hoor, maar jeetje dat haar, of die neus, goh wat een dikke benen als ik zit. Ik ben dan super kritisch als ik naar mezelf kijk. Maar hey, that’s me. En dat is meer dan genoeg. Alhoewel…. Aan bovenstaande foto is wel iets gesleuteld. En jullie mogen raden wat…. 😉

Liefs, Judith

De jeugd van tegenwoordig

Ik werk graag met bejaarde mensen. Ze worden weleens weggezet als zeurende, mopperende mensen, maar tot nu toe heb ik die ervaring nog niet vaak met ze gehad.

Eigenlijk moet ik zelfs heel vaak lachen met ze, het zijn soms net kleine kinderen: ze zeggen alles wat ze denken. Ik kan ze ook wel begrijpen: het valt ook niet mee voor ze, sommige zijn dement, en degene die dat niet zijn kunnen soms moeilijk bijblijven. Zij snappen niks van onze (en de jongere) generatie. Van ‘de jeugd van tegenwoordig en hun mobieltjes, ze zitten alleen maar achter een scherm’. Dat er voor zo’n mobieltje of scherm honderden euro’s worden neergelegd begrijpen ze al helemaal niet. Veel van hen hebben armoede gekend, en de hongerwinter meegemaakt.

Ik kom weleens bij een bejaarde meneer die heel welbespraakt is en keurig ABN spreekt. Daartegen heb ik nog weleens dat ik iets minder ABN spreek. Zo vindt hij mijn ‘pleurt het in mijn tassie’ -tas geweldig. ‘Dat is Rotterdams he?’, vraagt hij dan. ‘Jazeker’, antwoord ik. En tijdens de behandeling noem ik nog wat Rotterdamse woorden die hij dan in zijn encyclopedie gaat opzoeken. ‘We kunnen het ook even googelen hoor, dat gaat wat sneller’, stel ik dan voor. Als ik uitleg wat googelen betekent, wuift hij het weg: ‘op die manier is daar toch niks aan’. Na de behandeling stuur ik zijn dochter altijd even een whatsappje om te laten weten hoe het is gegaan. ‘Zullen we een berichtje inspreken voor haar?’ stel ik ‘m voor. We spreken de whatsapp in van zijn dochter, en ik laat het hem terug luisteren. Hij kijkt mijn heel verbaasd aan en zegt: ‘ik snap er helemaal niks van, ben ik dat?’. 

Nog zo’n mooi voorbeeld is van toen ik bij een bejaarde mevrouw was voor een behandeling. Zij woont nog helemaal zelfstandig en redt zich prima. Toch kreeg zij bezoek van een instantie om te kijken of ze het nog allemaal wel kon redden op deze manier. Daar was mevrouw niet zo heel erg van gediend. Toen er werd gevraagd of ze weleens de weg buiten kwijt raakte, antwoorde ze met haar Rotterdamse tongval: ‘ik vind de weg makkelijker dan jij met je tomtommetje op dat telefoontje van je’. ‘Daar hadden ze mooi niet van terug’, vertelde ze me lachend.

Een andere bejaarde klant vertelde mij dat haar dochter mij had gevonden via ‘haar radiootje’. Ik moet vaak lachen om dit soort uitspraken. Ik ben zelf ook wel een beetje een digibeet. Het feit dat ik mijn eigen website en blog heb gemaakt is echt een wonder. (En een kwestie van heel veel tijd en heel veel uitzoeken en mezelf beheersen om mijn pc niet te laten vliegen.) Ik heb gelukkig iemand in mijn achterban die wel thuis is in die wereld, en die mij daarbij helpt. Maar stel je voor, over zo’n pakweg 50 jaar, hoe zou de wereld er op dat gebied dan uitzien? Alles gaat zo snel, zelfs ik heb er soms moeite mee om het bij te houden. We zullen het wel zien tegen die tijd. Voorlopig klets ik nog lekker door met mijn bejaarde klanten over vroeger, de toekomst en over de jeugd van tegenwoordig.