Het onkruid en de bloem

Warm welkom

Ze is bijna 60 jaar, maar oogt een stuk jonger, en dat terwijl  ze al een heel leven achter de rug heeft. Een leven van drugs, geweld en veel tegenslagen. Ze heeft zich een weg uit deze ellende weten te banen en ze woont nu in een klein huisje aan de rand van een dorp. Ze kijkt uit over een weiland en de vogels fluiten ijverig als ik aankom lopen met mijn werkkoffer. Ik word vrolijk begroet: ‘kom verder, wat fijn dat je er bent’ zegt ze terwijl ze de voordeur voor me open houdt. Ik loop verder en zoek een plekje om te werken in haar kleine woonkamer wat gevuld is met boeken, drie kattenmandjes, planten en wat paperassen. 

Hoe het allemaal begon….

Tijdens de behandeling vertelt ze mij dat haar roots in het Midden-Oosten liggen. Ze vond haar liefde in Nederland en zo is ze hier uiteindelijk beland. ‘Helemaal hoteldebotel en blind van de liefde ‘ was ze. Zo blind dat ze in eerste instantie niet door had dat hij meer oog voor drugs had dan voor haar. Ze besluit om het eens samen een keertje te proberen, maar het is nooit bij dat ene keertje gebleven. Ze vertelt: ‘cocaïne is zo ontzettend verslaafd weet je’.

Het Onkruid

Ik zou het niet weten, denk ik bij mezelf. Toen ik 12 jaar was heb ik eens het boek ‘Het onkruid en de bloem ’gelezen van Remco Campert. Het boek vertelt het verhaal van een 15 jarig meisje dat verslaafd raakt aan verdovende middelen en er uiteindelijk aan overlijdt. Het verhaal heeft zoveel indruk gemaakt op mij dat ik toen ter plekke mezelf plechtig beloofde om nooit aan de drugs te gaan. En die belofte aan mezelf heb ik nooit verbroken.

Paint it red

Ondertussen lak ik haar teennagels rood terwijl ze verder vertelt over hoe ze uiteindelijk kon ontsnappen uit het drugs wereldje. Ze is afgekickt, op eigen kracht, en heeft nooit meer terug gekeken naar haar verleden. Haar kinderen zijn haar alles en haar toenmalige vriend is al geruime tijd uit haar leven. ‘mijn huis is niet groot, maar het is wel van mij, en ik ben weer gezond’. Ze kijkt naar haar gelakte teennagels. ‘Wat mooi, dank je wel’, ze kijkt tevreden naar haar voeten.

….en de bloem.

Ze is zelf uit het diepe dal met onkruid omhoog gekropen. Ze is er nog niet helemaal, maar ze komt er wel, uiteindelijk zal ze weer opbloeien. Het leven is tenslotte niet alleen maar rozengeur en maneschijn.


Picture Perfect

Bij het perfecte plaatje denk ik altijd aan Instagram. Daar komen de mooiste foto’s voorbij van prachtig ingerichte woningen, mooie gezinnen, en zonovergoten vakanties. Een filtertje erover en klaar! Te mooi om waar te zijn, want iedereen weet dat elk huisje zijn kruisje heeft.
En die kruisjes krijg ik vaak te horen bij mijn klanten.

Bijna iedereen heeft wel foto’s in hun woonkamer staan. Voornamelijk van de (klein)kinderen, familie of huisdieren. Vaak word ik op die foto’s gewezen door mijn klanten: ‘Kijk dat is mij kleinzoon, die zit nu op de universiteit, en gaat met de zomer naar Gambia om daar een waterput te maken’. Ik krijg alle verhalen te horen die achter de foto’s schuilen. En dan bedoel ik de echte verhalen, niet de happy Instagram story’s.

Verdrietige verhalen: een dochter die bij een auto-ongeluk is omgekomen op 45 jarige leeftijd, een baby’tje die overleden is aan een longontsteking bij 9 maanden oud, dierbare huisdieren die zijn overleden, echtgenoten die veel te vroeg zijn overleden aan kanker. Ik heb ze allemaal te horen gekregen en ik neem ook altijd de tijd om naar deze verhalen te luisteren. Dan maar 5 minuten later thuis.

Maar ook mooie verhalen komen voorbij: klanten die bijvoorbeeld supertrots zijn op hun kinderen en kleinkinderen. Zo was ik eens bij een echtpaar van mediteraanse afkomst. Hun hele muur hing vol met foto’s van hun nazaten. Ik ben daar een uur binnen geweest, maar toen ik weer buiten stond kende ik de hele familie en weet ik wat voor werk ze doen. Hartverwarmend vind ik dat.

De mooiste foto’s vind ik die van vroeger. In zwart-wit. Daar is niks gefotoshopt aan, heel puur.

Social media is een mooi medium, zeker ook op zakelijk gebied. Ik probeer op dit gebied een duidelijk beeld van mezelf neer te zetten: hoe mijn werk eruit ziet, de plekken waar ik kom, de momenten die ik mee maak. Daar is niks gefotoshopt aan.

Een paar werken geleden ging ik met een fotograaf op stap om foto’s te maken voor mijn blog, social media en mijn website. Ik ben zelf niet van de selfie-generatie dus toen ik mezelf terug zag moest ik even slikken. De foto’s zijn prachtig geworden hoor, maar jeetje dat haar, of die neus, goh wat een dikke benen als ik zit. Ik ben dan super kritisch als ik naar mezelf kijk. Maar hey, that’s me. En dat is meer dan genoeg. Alhoewel…. Aan bovenstaande foto is wel iets gesleuteld. En jullie mogen raden wat…. 😉

Liefs, Judith

De jeugd van tegenwoordig

Ik werk graag met bejaarde mensen. Ze worden weleens weggezet als zeurende, mopperende mensen, maar tot nu toe heb ik die ervaring nog niet vaak met ze gehad.

Eigenlijk moet ik zelfs heel vaak lachen met ze, het zijn soms net kleine kinderen: ze zeggen alles wat ze denken. Ik kan ze ook wel begrijpen: het valt ook niet mee voor ze, sommige zijn dement, en degene die dat niet zijn kunnen soms moeilijk bijblijven. Zij snappen niks van onze (en de jongere) generatie. Van ‘de jeugd van tegenwoordig en hun mobieltjes, ze zitten alleen maar achter een scherm’. Dat er voor zo’n mobieltje of scherm honderden euro’s worden neergelegd begrijpen ze al helemaal niet. Veel van hen hebben armoede gekend, en de hongerwinter meegemaakt.

Ik kom weleens bij een bejaarde meneer die heel welbespraakt is en keurig ABN spreekt. Daartegen heb ik nog weleens dat ik iets minder ABN spreek. Zo vindt hij mijn ‘pleurt het in mijn tassie’ -tas geweldig. ‘Dat is Rotterdams he?’, vraagt hij dan. ‘Jazeker’, antwoord ik. En tijdens de behandeling noem ik nog wat Rotterdamse woorden die hij dan in zijn encyclopedie gaat opzoeken. ‘We kunnen het ook even googelen hoor, dat gaat wat sneller’, stel ik dan voor. Als ik uitleg wat googelen betekent, wuift hij het weg: ‘op die manier is daar toch niks aan’. Na de behandeling stuur ik zijn dochter altijd even een whatsappje om te laten weten hoe het is gegaan. ‘Zullen we een berichtje inspreken voor haar?’ stel ik ‘m voor. We spreken de whatsapp in van zijn dochter, en ik laat het hem terug luisteren. Hij kijkt mijn heel verbaasd aan en zegt: ‘ik snap er helemaal niks van, ben ik dat?’. 

Nog zo’n mooi voorbeeld is van toen ik bij een bejaarde mevrouw was voor een behandeling. Zij woont nog helemaal zelfstandig en redt zich prima. Toch kreeg zij bezoek van een instantie om te kijken of ze het nog allemaal wel kon redden op deze manier. Daar was mevrouw niet zo heel erg van gediend. Toen er werd gevraagd of ze weleens de weg buiten kwijt raakte, antwoorde ze met haar Rotterdamse tongval: ‘ik vind de weg makkelijker dan jij met je tomtommetje op dat telefoontje van je’. ‘Daar hadden ze mooi niet van terug’, vertelde ze me lachend.

Een andere bejaarde klant vertelde mij dat haar dochter mij had gevonden via ‘haar radiootje’. Ik moet vaak lachen om dit soort uitspraken. Ik ben zelf ook wel een beetje een digibeet. Het feit dat ik mijn eigen website en blog heb gemaakt is echt een wonder. (En een kwestie van heel veel tijd en heel veel uitzoeken en mezelf beheersen om mijn pc niet te laten vliegen.) Ik heb gelukkig iemand in mijn achterban die wel thuis is in die wereld, en die mij daarbij helpt. Maar stel je voor, over zo’n pakweg 50 jaar, hoe zou de wereld er op dat gebied dan uitzien? Alles gaat zo snel, zelfs ik heb er soms moeite mee om het bij te houden. We zullen het wel zien tegen die tijd. Voorlopig klets ik nog lekker door met mijn bejaarde klanten over vroeger, de toekomst en over de jeugd van tegenwoordig.