Mini-Blogs

Kusje erop

‘Oh meid, het voelt zo fijn aan, alsof ik op wolkjes loop, ik had zo’n last van mijn likdoorns, ze deden echt pijn’. Ondertussen schuifelt ze langzaam richting haar keuken om ‘een lekker bakkie koffie’ voor me te zetten. Ze blijft doorkletsen terwijl het koffiezetapparaat langzaam mijn mok vult. ‘Ik zou je wel kunnen zoenen’ hoor ik haar boven het geluid van de machine uit zeggen.

Ze komt terug de woonkamer in lopen met de mok koffie, ze is tenger van postuur en ondanks dat ze ernstig ziek is oogt ze jonger dan dat ze is. Met kleine slokjes drink ik rustig mijn koffie op, ik vraag me af hoe sommige mensen zo snel hete koffie achterover kunnen slaan. Ondanks dat ik een lichtelijke cafeïne verslaving heb, heb ik nog steeds geen loden pijp ontwikkeld. Na de koffie maak ik aanstalten om op te staan en om afscheid te nemen. Even kijkt ze me serieus aan: ‘mag ik je zoenen?’, vraagt ze me. Ik lach en antwoord dat dat mag, en voordat ik het weet heb ik drie zoenen op mijn wang te pakken. Een kopje koffie, een tevreden klant, én drie zoenen rijker rijd ik weer door naar de volgende afspraak. Iemand van de pijn af mogen helpen vind ik toch wel één van de mooiste kanten van dit vak.

Ik bel aan en een vrouw van begin 70 doet de deur open. Ze heeft ongeveer mijn lengte, haar donkerblonde haren reiken tot op haar schouders en haar lange donkerblauwe rok is netjes afgestemd op haar lichtgrijze trui wat wordt opgesierd met lichtblauwe pailletjes. Aan de buitenkant is niks op te merken, maar haar ogen verraden haar verdriet. ‘Kom verder, hij ligt op bed’, zegt ze terwijl ze mij de weg naar de slaapkamer wijst.

Meneer ligt diep verstopt onder een warm dekbed waardoor alleen zijn gezicht nog zichtbaar is. Zijn gezicht wat zijn glans heeft verloren en heeft plaats gemaakt voor een gelige gloed, zijn ogen zijn troebel en zijn haren zijn uitgevallen. Van de gezonde man die ik jaren geleden heb leren kennen is niet veel meer terug te zien. Als ik binnen stap begroet ik meneer en mijn oog valt op het belletje wat op de rand van zijn bed staat. ‘Dat is handig’, zeg ik tegen meneer. ‘Ja zeker, zegt hij, het werkt alleen niet’, en hij kijkt plagerig naar zijn vrouw die inmiddels naast zijn bed is komen staan. Hij wrijft zachtjes over haar arm.

Ik begin voorzichtig met de behandeling en doe alleen het hoognodige, mooie voeten is nu niet de insteek, niet teveel gedoe, het moet vooral comfortabel zijn zodat meneer zichtzelf niet open krapt. Daarna smeer ik zijn voeten in en begin aan de nagels van zijn handen. Mevrouw komt op bed zitten en houdt zijn hand vast zodat ik er goed bij kan. Ze praat zachtjes tegen hem en kust hem na de behandeling op zijn voorhoofd. Dan is het tijd om afscheid te nemen, geen ‘tot ziens’, of ‘tot de volgende keer’, maar in plaats daarvan wens ik ze beide veel kracht en sterkte toe en zwaai nog even na als ik de deur van de slaapkamer achter me dicht trek.

Ik laat ze samen achter, ik vind de weg wel naar de voordeur zoals ik ook de weg heb gevonden om te leren omgaan met dit soort emotionele momenten. Momenten waar de mensen mij nog steeds dichtbij laten komen, ook al zijn ze in hun allerlaatste fase beland. En dat maakt dit werk zo ontzettend dankbaar….

gezelligheid kent geen tijd

‘Ja hallo? Spreek ik met Judith, de pedicure? Ja u spreekt met mevrouw de Bruin. In mijn agenda staat dat we aanstaande woensdag om 15.00 een afspraak hebben. Dat klopt toch? De afspraak heeft mijn mantelzorgster gemaakt, die is zo lief hè voor me. Zo fijn dat ze dit heeft geregeld. Moet ik nog wat klaarzetten van te voren? Een voetenbadje? Een handdoek? Ik heb ook schoonmaakazijn in huis hoor mocht je dat nodig hebben. 15.00 kom je he? Dan zorg ik dat ik thuis ben want mijn overbuurvrouw wil nog weleens met mij een wijntje doen. En daar zeg ik geen nee tegen. Ja ik ben al 95 jaar hoor, maar ik voel me nog heel goed. Ja, ja nou meisje , je klinkt gezellig, ik heb er nou al zin in, tot dan!-In de 15 minuten dat ik aan de telefoon heb gehangen met deze dame heb ik er geen speld tussen kunnen krijgen, dat beloofd wat. Maar hoe mooi is het als je deze leeftijd behaalt en nog zo heerlijk ik het leven staat. Mevrouw is niet de enige die uitkijkt naar onze afspraak.

Everybody want to rule the world

Hij ligt op bed terwijl ik zijn voeten verzorg. Zitten in een stoel gaat niet, dat is te vermoeiend. Hij is van mijn leeftijd en onze kinderen hebben dezelfde leeftijd. Dat overeenkomst hebben we, maar daar houdt het bij op. Als ik besluit om naar buiten te gaan voor een blokje om dan pak ik mijn jas, trek mijn schoenen aan en trek de deur achter me dicht. Voor hem is dat een veel grotere opgave.

Terwijl ik zijn teennagels knip kijkt zijn jongste dochter verlegen toe vanuit de deuropening. Haar vader gebaart haar dat ze verder mag komen en ze kruipt op het bed tegen haar vader aan. Ik aanschouw het vader-dochter moment vanachter mijn veiligheidsbril en ik smelt een beetje van dit tafereeltje. Na vijf minuten heeft ze het wel gezien en huppelt de slaapkamer uit.

Na de behandeling vraag ik of zijn sokken even aan moet trekken bij hem. ‘Nee hoor, dat doe ik zelf wel’ antwoord hij mij. De waardering die ik heb voor deze man groeit met de minuut. Van medelijden hoeft hij niks te hebben, hulp is niet nodig, en zielig doen zit er bij hem absoluut niet in.

Niet lang daarna zit ik in mijn auto en open de spotify app om mijn favoriete playlist aan te zetten. ‘Everybody rules the world’ is het eerste nummer wat wordt afgespeeld. Mijn gedachtes gaan weer naar de wereld waar in we nu leven, de wereld die iedereen naar zijn eigen hand wil zetten. Ik zet het volume harder en zing hard mee terwijl ik de A20 op rijd. Ik zou het wel weten als ik de baas was over de wereld. Maar gelukkig ben ik dat niet, ik heb al genoeg aan mijn eigen wereldje, en eigenlijk is die helemaal zo slecht nog niet…

Miss independent

Ze huilt, ik leg mijn hand op haar schouder. Ze heeft een lichtroze ochtend jas aan die zacht aanvoelt. Ik ben nog helemaal niet aangekleed en had gehoopt klaar te zijn voordat je komt’. Zegt ze snikkend. Ik verzeker mevrouw ervan dat het voor mij niet uitmaakt en dat ik wel wat gewend ben. Pyama’s, onesies, camping outfits, ik sta niet zo snel ergens meer van te kijken.

Maar ik weet dat dit niet de reden is van haar tranen. -Ik loop naar haar keuken om een glaasje water in te schenken voor haar. Ik reik het aan : ‘alstublieft een glaasje water, de wijn kon ik niet vinden mocht dat meer troost bieden’. Ze lacht door haar tranen heen om mijn grapje. ‘Wat kan het soms vervelend zijn he, om van andere afhankelijk te zijn? Ik snap het hoor’, zeg ik tegen haar als ik nog even naast haar neer kniel. Het valt niet mee als je altijd jezelf hebt kunnen redden en nu moet leunen op anderen. ‘Zal ik aan uw voeten beginnen?’ vraag ik haar terwijl ik haar een schone tissue geef. Ze zegt dat ze dat fijn vind. Tien minuten later wordt er op de deur geklopt, het is de zuster die mevrouw wil komen wassen. Ze belooft strakjes terug te komen.

‘Dank je, voor alles’ zegt ze na afloop. Haar tranen zijn opgedroogd en hebben plaats gemaakt voor een glimlach. En terwijl ik haar deur achter me dicht trek, laat ik haar achter in haar eigen wereldje, een wereld die heel anders is dan die van mij. Maar afhankelijk zijn van anderen is aan ons beide niet besteed. Dat hebben we in ieder geval gemeen….-

Fotocredits Brian Roeten

‘Komt u verder’, zegt meneer terwijl hij de voordeur opent. Hij wijst mij de weg richting de woonkamer. Ik loop de kamer in en het uitzicht had een schilderij kunnen zijn. Ik kijk naar de Erasmusbrug die de hoofdrolspeler is van het uitzicht, en als ik een blik naar beneden werp dan begint het mij te duizelen. De hele kamer is voorzien van ramen die reiken tot aan het plafond.

Meneer woont op de hoogste verdieping van één van de hoogste wolkenkrabbers die onze ‘Manhattan aan de Maas’ rijk is.-Zijn vrouw komt binnen gelopen en begroet me vriendelijk. Ze vraagt me of ik een kopje koffie lust, ‘van verse boontje uit Italië’ verteld ze me. Als groot koffieliefhebber zeg ik daar geen nee tegen, en ik krijg het netjes geserveerd in een designer kopje.

Tijdens de behandeling verteld meneer over zijn werk, over de panden die hij heeft opgekocht in de loop van de jaren en hoe hij vanaf nul tot aan de top is geklommen. (letterlijk in dit geval)Ik luister graag naar de verhalen van ondernemers die met weinig zijn opgeklommen naar heel veel. Ik vind hun manier van denken, aanpakken en doorzetten inspirerend.-Na de behandeling stap ik in mijn aygo . Het is niet alleen mijn auto, maar ook mijn kantoortje en mijn plek waar ik alles af en toe kan laten bezinken. Ik denk aan mijn bedrijf, wat een geluk ik heb met mijn werk en met mijn klanten, zeker in deze tijd. Zal ik ooit een penthouse kunnen kopen van dit werk? Waarschijnlijk niet. Maar de mooie verhalen van mijn klanten, de prachtige plaatjes die mijn stad mij onderweg laat zien, de vrijheid die ik heb als eigen baas, dat is voor mij goud waard. Daar kan geen wolkenkrabber tegen op

Het zijn de kleine dingen

Ik loop richting haar voordeur in het appartementencomplex. Ik zie dat de deur op een kier staat. Ik geef ‘m een zetje ‘joehoe, ik ben het, de pedicure’, roep ik naar binnen. Mevrouw komt achter haar rollator aan gelopen vanuit haar woonkamer. ‘Sorry dat het zó lang duurde voordat ik beneden open deed, ik ben niet meer zo snel.’ Ik vertel haar dat dat geen probleem is en dat ik geen haast heb. ‘Lekker wijfie ben je toch’, zegt ze als ze mij lachend aan kijkt.

Ze gaat zitten op een stoel en ik begin met het uitpakken van mijn werkspullen. Ik vraag haar hoe het met haar gaat. ‘Ik ben een beetje nerveus, door dat gekke virus. Ben je niet bang?’ Vraagt ze mij terwijl ze haar pantoffels uittrek. -‘Nee, ik ben niet bang, wel af en toe bezorgd’, vertel ik haar. Mevrouw gaat verder: ‘mijn kleinkinderen zouden zondag langs komen, maar ik heb dat maar afgezegd, ik durf dat gewoon even niet meer’.‘Vind u het dan wel ok dat ik langs kom?’ ‘Ja dan heb ik even afleiding , en mijn voeten moeten toch ook bijgehouden worden’.

Na afloop vraagt ze of ik even naar haar klok wil kijken. Met het verzetten naar de wintertijd is er iets niet goed gegaan en nu gaat ie elk kwartier af. Ik pak voorzichtig de klok van het bijzettafeltje. Terwijl ik de klok in mijn handen heb zou ik hem het liefst zo’n 2 jaar verder willen draaien, fast forward naar een periode waar alles weer de oude is. ‘Sorry, dit gaat mij niet lukken ben ik bang, ik ben meer van de digitale generatie vrees ik’. ‘Geen probleem wijffie, ik vraag het wel aan mijn boodschappen dame’.

Bij het afscheid nemen bedankt ze me, voor de behandeling en voor de afleiding. Ze wacht totdat in de lift in ben gestapt en zwaait me na. -Helaas kunnen klokken geen jaren vooruit worden gezet en helaas bestaat er geen tijdmachine. We leven in het hier en nu. En kleine gebaren zoals een pedicure behandeling of even uitgezwaaid worden dat zijn nou net de kleine dingen die we nu nog meer nodig hebben dan ooit.

Alles went

Meneer is 89 jaar als zijn omgeving besluit dat het eens tijd wordt voor een pedicure-behandeling. ‘Hij is erg op zichzelf, hij zou het fijn vinden als je aan huis komt’, wordt mij verteld. Ik geef aan dat dat geen probleem is en een afspraak wordt ingepland.

Op de afgesproken dag en tijdstip sta ik voor de deur van zijn appartement, er komt een meneer aanschuiven met een rollator en hij doet voorzichtig open. ‘Kom verder’ gebaart hij vriendelijk. Op de vloer van zijn kamer liggen zo’n stuk of drie Perzische tapijtjes. Terwijl meneer hier met gemak over heen kart met zijn rollator, moet ik mijn best doen om ze niet mee te slepen achter mijn werkkoffer aan. Meneer gaat zitten en laat zijn ogen op mijn werkkoffer vallen: ‘wat ga je allemaal doen?’ Vraagt hij met grote ogen. ‘Ik dacht dat je alleen een nagelknipper bij je zou hebben’.

Ik kan een lach niet onderdrukken en ik leg hem uit wat ik allemaal heb meegenomen, stap voor stap neem ik met hem de behandeling door om hem een beetje gerust te stellen. Nou kom maar op dan, als je me maar geen pijn doet want dat gereedschap van jou vind ik er maar eng uit zien’. Ik beloof plechtig dat ik voorzichtig zal doen. -De behandeling voorloopt prima en meneer haalt opgelucht adem na afloop. ‘Je mag terug komen hoor, zegt hij, je bent geslaagd’. – Sindsdien ben ik zijn pedicure aan huis, zonder teveel poespas, zonder teveel ‘gereedschap’ te gebruiken, en zonder teveel geklets. -‘Tot de volgende keer meneer’ ‘Tot de volgende keer meissie, bij leven en welzijn’.-

All-round

Langzaam valt mevrouw (92 jaar) in slaap tijdens de behandeling. Na tien minuten schrikt ze wakker. ‘Voordat ik het vergeet, mag ik een tube crème bij jouw kopen? Ik heb zulke droge benen.’ Zegt ze. ‘Natuurlijk kan dat, ik zal er straks eentje uit mijn auto halen voor u’. Antwoord ik haar. ‘Mag ik vragen of je beneden wil kijken in mijn brievenbus? Normaal doen mijn kinderen dat maar die komen nu niet meer zo vaak door dat virus’. Ik zeg haar dat dat geen probleem is en ze geeft me een gevlochten tasje mee waar ik de post in kan doen, en de sleutels van haar brievenbus en haar voordeur. Na tien minuten ben ik weer boven. ‘Heel erg bedankt voor de lieve zorgen’, zegt ze. ‘Geen probleem, service van de zaak’ zeg ik tegen haar. Ze zwaait me uit en lacht me na.

Jeugd van tegenwoordig

Ik loop richting de lift van het verzorgingstehuis als ik twee dames op de gang zie staan kletsen. Ik begroet ze: ‘goedemorgen dames, hoe gaat het?’ vraag ik ze terwijl ik op het lift knopje druk met mijn elle boog.

Ik had kunnen weten bij het stellen van deze vraag dat ik hier geen kort en bondig antwoord op zou krijgen. De ene heeft last van haar oren en de ander vind het eten ‘niet te doen’. ‘Ai, dat is niet zo best allemaal’, antwoord ik ze. Ik ben saved by the lift: de deuren glijden open en ik stap erin met mijn werk karretje.

Ik wens de dames een fijne dag en ze kletsen samen verder. Aangezien de liftdeuren hetzelfde tempo hebben als de bewoners hier kan ik nog een deel van hun gesprek opvangen: ‘wat is zij aardig he? Ja, echt een vriendelijk meisje’. Ik lach en kijk in de spiegel van de lift en zie wat fijne lijntjes op mijn voorhoofd. In hun ogen ben ik nog een meisje, in de ogen van mijn kinderen ben ik al een oud gebouw aan het worden. Ach, tijd is relatief, net zoals leeftijd.

Jump around

We zijn op de helft van de eerste week van onze ‘staycation’, en tot nu toe bevalt het prima. Beetje uitslapen, beetje lummelen en diversen uitstapjes staan op de agenda.

Vandaag stond Jump Square op de planning, een grote hal gevuld met trampoline attracties.Bij binnenkomst krijgen we een setje anti-slip sokken in onze handen gedrukt en krijgen we een ‘eigen risico’ formulier onder onze snuit geschoven die we vriendelijk doch dringend worden verzocht om in te vullen. Eenmaal binnen besluit ik om een half uurtje mee te doen. Manlief wijst me er nog even op dat ik ZZP-er ben en dat ik voorzichtig moet zijn. Ik bedank hem voor de reminder maar deze moeke mag dan wel over een klein jaartje 40 worden, ze springt gewoon nog fris en fruitig door het leven heen.

Tenminste dat dacht ik tot het moment dat ik op de trampoline sta en een paar sprongen maak: mijn moeder-lijf herinnert mij meteen aan de twee zwangerschappen en bevallingen die het heeft doorstaan. Ok, geen succes dus bedenk ik me en stap van het verende gevaarte af. Het moment dat ik op de mat stap heeft mijn evenwichtsorgaan het zwaar en de anti-slip sokken doen goed hun werk. ‘Mama, kom hierheen’ sommeert de oudste die bovenaan een trapeze staat met daaronder een grote bak met schuimrubberen blokken erin. Hij pakt het rekstok en laat zich met een vaart in de bak vallen. Ik besluit om me niet te laten kennen en loop de trap op richting de trapeze. Eenmaal bovenaan gekomen vind ik het toch best hoog en ik krijg de kriebels.

‘Ga maar hoor’, zegt het vriendelijke meisje die er werkt’. Ik kijk nogmaals naar beneden en ik heb een flauw vermoeden hoe het voelt als kapitein haak je van de plank af werkt richting een zee vol haaien. Ik slik en besluit om de sprong te wagen. Eenmaal in de bak geland probeer ik er zo soepel mogelijk uit te klimmen, maar de schuimrubberen blokken werken niet in mijn voordeel. Met pijn, moeite én behulp van mijn man, die lol heeft, probeer ik nog met enige souplesse eruit te klimmen.

Mijn korte broek is nu veranderd in modelletje hotpants, mijn hoofd is rood en mijn haar plakt tegen mijn wangen aan. Gelukkig zijn er niet veel mensen met het idee om met 28 graden naar een Indoor-jump-hysterie te gaan en mijn charmante voorkomen valt niet bij veel mensen op. Na anderhalf uur zijn de kids uitgejumpt en zetten we het festijn voort richting de Mac Donalds. De kids hebben lol gehad, en we hebben het weer meegemaakt. Maar voorlopig blijf ik weer even met beide benen op de grond

Zo oud als je je voelt

Ze zit bij haar tv en kijkt naar haar gesneden boterham die voor haar ligt op de salontafel. Ik vraag of ik verder mag komen om haar voeten te verzorgen. Mevrouw vindt het prima en ik rol mijn werkkarretje verder haar kamer in.

Mevrouw komt van oorsprong uit Overschie en haar Rotterdamse nuchterheid is ze in de loop van de jaren niet verloren. Dit levert soms heerlijke opmerkingen op die recht door zee zijn.-‘Hoor je dat op het nieuws? Over dat lachgas wat die jongeren gebruiken? Nou daar kunnen sommige zusters hier ook wel wat van gebruiken, wat kunnen die chagrijnig zijn zeg’. Verteld ze me. Tja, zeg ik, ik ken ook wel een paar mensen hoor die er gezelliger van zouden worden’. Ze lacht en verteld dat ze volgende week 94 jaar wordt. Ik feliciteer haar en verklap haar dat we bijna op dezelfde dag jarig zijn, ik word een dag eerder 39 jaar. ‘Als je dat omdraait dan zijn we bijna even oud’, is haar conclusie.

Ik vraag haar of ze nog wat leuks gaat doen dan. Of ze bij lekker weer gezellig in de gezamenlijke tuin gaat zitten bijvoorbeeld. ‘Je denkt toch niet dat ik bij die ouwe wijven gaat zitten?’ Daar heb ik helemaal geen zin in’, antwoord ze. Nee hoor snap ik, zou ik ook niet doen, zeg ik en ik geef haar een knipoog.-We kletsen en lachen nog wat door en na afloop wens ik haar alvast een fijne verjaardag toe. Ze zal er ongetwijfeld een klein feestje van maken, zonder lachgas uiteraard, en niet in de gezamenlijke tuin. Maar gewoon op haar eigen manier

High in the sky

Ik kom haar kamer binnen wat uitzicht heeft op een parkje met een sloot en een bruggetje. Een hond springt enthousiast in de sloot en de zon weerkaatst op het water. Mevrouw zit in een comfortabele stoel ingepakt tussen de zachte kussens en een warm plaid om haar vermagerde lichaam enige warmte en steun te geven.

Nadat ik geïnstalleerd ben begin ik met de behandeling en ik vraag haar of ze nog wensen heeft wat betreft de behandeling. Ze geeft aan dat ze het fijn vindt als ik haar voeten even masseer. Nadat ik haar nagels voorzichtig heb geknipt smeer ik haar voeten in met een fijne crème en begin ik met de voetmassage. Ik ben me er constant bewust van dat dit de laatste keer zal zijn dat ik haar voeten in mijn handen heb, en ik neem uitgebreid de tijd om ze te masseren.

Vanuit mijn ooghoek kijk ik of mevrouw op haar gemak is, ze knikkebolt en haar ogen vallen af en toe dicht. Na de behandeling nemen we afscheid. Ze bedankt me voor de fijne behandelingen van afgelopen jaren, en ik wens haar veel kracht en sterkte toe voor haar laatste dagen Ze lacht en blaast me handkusjes toe als ik bij de deur sta. Ik trek mijn mondkapje naar beneden en geef haar luchtkusjes nemen van iemand die niet langer meer heeft… Sommige dingen in dit vak wennen nooit, en dit is er één van…

Note to myself

Het is ‘s ochtends rond half 9 als ik mijn twee werkkoffers achter me aansleur richting mijn auto. Eén koffer voor de standaardbehanding en een koffer voor de gellak-klanten die vandaag op de planning staan.

Mijn jongste telg staat nog op standje mañana-mañana en hobbelt op een rustig drafje achter me aan. Kom lieverd, even wat sneller, ik moet op tijd beginnen’. zegt ik tegen haar als ze op haar gemak de auto in stapt. Een kwartiertje later heb ik haar afgezet op school en rij ik richting mijn eerste klant. Voor de Brienenoordbrug wil ik mijn afslag nemen als ik erachter kom dat ik mijn werkschoenen niet aan heb, maar mijn über-charmante Birkenstocks. ‘Shit het is te laat om nog terug te gaan’ bedenk ik me. Ach ja, het kan altijd erger, ik had ook mijn fluffy ‘bordeelslippers’ (zoals mijn moeder ze liefkozend noemt) aan kunnen hebben.

De gehele dag werk ik heerlijk bij de klanten in de tuin, in de schaduw. Als ik thuiskom en mijn degelijke instappers uittrek zie ik precies mijn slippers zitten. Het resultaat van een zonnige dag is duidelijk zichtbaar op mijn voeten. Een herinnering aan een mooie zomerse dag, én een ‘note to myself’ om mijn werkschoenen niet meer te vergeten

Te lief om te laten.

Ik hoor gemopper uit de gang vandaan komen. Er wordt driftig gespit in de schoenenmand van de kinderen. De oudste moet ‘he-le-maal’ zijn Nikes onderuit de mand vissen omdat ze bedolven zijn onder de ruime hoeveelheid schoenen die zijn kleine zus in haar assortiment heeft.

‘Waarom heeft zij veel meer schoenen dan dat ik heb mama?’ vraagt hij mij terwijl hij één van zijn schoenen uit de mand trekt. ‘Omdat ze een meisje is lieffie’. antwoord ik hem vanuit de keuken. Dat slaat nergens op’ hoor ik hem verder mompelen in de gang. Ik lach, daar wel zijn meer klachten over in dit huis. Zijn vader begrijpt er ook niks van als ik weer eens thuis kom met die ene paar leuke schoenen die ik écht niet kon laten liggen. Want die passen zo mooi bij die éne jurk die ik pas geleden heb gekocht.

Toen ik zwanger was van mijn dochter werd ik er al voor gewaarschuwd: een meisje is een aanslag op je portemonnee. En ja, dat moet ik ook eerlijk toegeven. Maar zeg nou zelf…. deze sandaaltjes kan je toch niet laten liggen?

Ieder zijn ding

‘Ben jij pedicure? Vind je voeten niet vies dan?’ Vragen mensen mij vaak en trekken daar dan een vies gezicht bij. Nee, ik vind voeten niet vies, en ja sommige zijn idd wat minder fris&fruitig, maar tijdens het werk gaat er een knop om bij mij: handschoenen aan, mondkapje op, een dot alcohol op de voeten en hoppa aan de arbeid.

Er zijn beroepen die zwaarder zijn denk ik. Zo lijkt mij de he-le-dag achter een pc zitten ontzettend slaapverwekkend. Maar ik vraag niet half-gapend aan een kantoormedewerker of zijn baan niet ontzettend saai is. Er is wel iets waar ik niet tegen kan, waar mijn maag meerdere keren van omdraait. En dat is: spuug, gerochel en dat soort praktijken. Ik ga daar spontaan van kokken.-Vandaag was ik aan het werk in Hillegersberg, één van de meest nette wijken van Rotterdam. Ik stond voor het stoplicht (niet ‘het verkeerslicht’, maar stoplicht, deze staat vnl op rood namelijk) toen ik bezig was met mijn lunch: een broodje jam met stukjes gember. Op het moment dat ik een hap neem zie ik vanuit mijn ooghoek een vrouw tegen een boom aan leunen en ze braakt de hele bosjes vol. Ze gaat behoorlijk los op de bosjes en verdere details zal ik jullie besparen. Ik kijk naar mijn boterham en ben ineens mijn eetlust verloren. Geen jam met gemberstukjes voorlopig meer voor mij, en de boterham verdwijnt langzaam weer terug in het boterhamzakje.

Gelukkig springt het stoplicht eindelijk op groen en kan ik doorrijden zodat ik de mevrouw die een innige relatie met het plantsoentje aan het opbouwen was achter me laten.-Dus nee, ik vind voeten niet vies. Maar een hele hoop andere dingen wel: Het één sluit het andere niet uit zeg maar. En voor de gember-jam liefhebbers: ik heb nog een potje in de aanbieding…..-

Tassen-Liefde

Ik pak mijn tas erbij om mijn agenda eruit te vissen. Ondertussen schuif ik wat papieren zakdoekjes, een oude lipgloss, wat verdwaalde schuifspeldjes en een verloren Hello Kitty kettinkje van mijn dochter opzij. Helaas heb ik, zoals Mary Poppins, geen bodemloze tas.

‘Wat een leuke tas heb jij, ik vind dat merk ook zo leuk, ik heb daar pas geleden nog een nieuwe tas van gekocht’, zegt mijn 92 jarige klant. Ze pakt haar tas met matching portemonnee erbij, het is er eentje uit de nieuwe collectie van mijn favoriete merk. ‘Wouw’, zeg ik, ‘die is echt héél mooi’, en ik besef me dat mijn mond op een kier hangt. Oh, maar ik heb er veel meer hoor’, zegt ze, en ze laat me haar ‘tassenkast’ zien. Een kast vol met designtassen waar ik spontaan van in katten zwijm val.‘Je, kan er nooit genoeg hebben, zegt ze, ze moeten natuurlijk wel bij je outfit en bij het seizoen passen. Ik snap haar helemaal, ik deel dezelfde schaamteloze tassen-tik. Waar man lief zucht bij de ‘zoveelste-nieuwe-tas’ gebruik ik altijd het argument dat ik nog geen tas had die bij mijn nieuwe jas past, of ik mis een tas die nét een tikkeltje kleiner/groter van formaat is, en de tas die ik had die kon eigenlijk echt niet meer…. Én het is een mooie erfenis voor dochterlief, die nu ook tassentik-trekjes begint te vertonen.

De dame op leeftijd sluit haar kast en schuifelt weer naar haar stoel waar ze voorzichtig in gaat zitten en ze geeft me nog een belangrijke tip: ‘leer moet rusten hè? Dus afwisselen van tas is belangrijk’. Ik bedank haar voor de tip als we afscheid nemen. Als ik weer in de auto zit om naar de volgende klant te rijden denk ik nog even terug aan het gesprek. Ik hoop dat ik op haar leeftijd ook zo vitaal en stijlvol mag zijn: waggelend achter de rollator, mét designer bag aan het handvat. Ik teken ervoor!

Bloemetjes en Bijtjes

Dochterlief speelt in de achtertuin, en ik had haar gisteren het verschil uitgelegd tussen een bij, een wesp en een hommel.

Ik sta in de keuken de boterhammen te smeren en ze is lekker aan het rommelen met bellenblaas, schepjes en een bal. Ineens roept ze vanuit de tuin: ‘mama, ik zie een homo!!’

Zoonlief werpt een blik in de tuin en ligt in een deuk: ‘Evi je bedoelt een hommel!’
‘Ja, dat zeg ik toch’ zegt ze terug.Ik leg haar het verschil uit tussen een homo en een hommel. ‘Ok’ zegt ze en ze bellenblaast weer vrolijk verder. Mijn lieve dochter met haar hart op de juiste plek, ze vind het allemaal prima.?

Walk this way

Ik pak de gezamenlijke kalender van het haakje in de keuken en streep 2 kinderfeestjes, een verjaardag, een jubileumfeest en een stapavondje door. De kalender wordt leger, maar mijn hoofd wordt voller: ‘wanneer kan ik weer werken? Hoe moet ik al die klanten inplannen? Hoeveel inkomsten zal ik mislopen? Hoe zit het met de tegemoetkoming voor de ondernemers waar de regering het over had?’
Zoveel vragen en onduidelijkheid, mijn hoofd tolt ervan.

Ik trek mijn hardloopschoenen aan die ik maar eens uit het stof heb getrokken. Hardlopen heeft mij een paar jaar geleden door moeilijke tijden geholpen dus dit lijkt mij een prima moment om het weer op te pakken.

Ik open de hardlooplijst op mijn spotify en de muziek begint te spelen. Ik begin met lopen, mijn lijf protesteert al vrij snel door me steken in de zij te geven. Alsof het wil zeggen: ‘Hallo, wat zijn we aan het doen? Ben je wel helemaal wijs, dit is te lang geleden hoor!’ De vriendelijke,zachte vrouwenstem van mijn hardloopapp praat me er doorheen en ik doe wat ik altijd doe als het tegen zit: schouders eronder, tanden op elkaar en gaan.

Na een half uurtje kom ik weer thuis, moe en voldaan. Met een leeg hoofd. Ik ben weer positief. Weg lopen van je problemen is niet goed zeggen ze. Maar soms kan dat anders heel verhelderend werken…

kortsluiting

‘Mama, kom je even helpen met rekenen?’
Normaal gesproken schuif ik dat af als de taak van de vader aangezien ik meer een taalknobbel heb. Maar helaas gaat dat nu dus niet. De kleine/grote rekenwonder zit in groep 6, maar krijgt sommen van eind groep 7. En die zijn behoorlijk pittig kan ik je vertellen.

Ik kom naast ‘m zitten en bekijk de opdracht. Het is iets in de trant van: als er twee rode auto’s met 2 personen tegelijkertijd vertrekken uit het westen, en de ene rijdt naar noord en de andere rijdt naar zuid, en de ene rijdt met tegenwind 10 keer zo hard als de ander, hoe laat zijn ze dan thuis voor het avondeten?

Ik krijg spontaan kortsluiting van dat soort rekensommen. Ik mompel iets onverstaanbaars wat lijkt op: ‘hoe moet ik dat in godsnaam weten, ik kan alleen goed rekenen tijdens de uitverkoop’.

Ik probeer me eruit te kletsen en doe ook echt mijn best, maar het lukt me gewoon niet. Ik kijk naar mijn whizzkid die met gefronste wenkbrauwen het juiste antwoord intikt. Duidelijk een kind van zijn vader.

Ik ga me vanmiddag weer wagen aan mijn cursus Spaans. Dat gaat me iets makkelijker af. Buen fin de semana, hasta pronto.??

Stilte voor de storm

Vanaf vandaag zal ik mijn ‘avonturen’ vnl binnenshuis beleven. En dat begon met uitslapen, dat had ik wel verdiend vond ik zelf.

Nadat ik enigszins wakker en aanspreekbaar was na een bak koffie zette ik de oudste aan zijn huiswerk. Hij had zijn ‘noisecancelling’ koptelefoon meegekregen van school en naast ‘m neergelegd.
Zuslief zat naast hem te kleuren.Terwijl hij zich probeert te concentreren heeft zijn zusje stiekem mijn telefoon gepakt: ‘Siri, kan je farten laten?’ vraagt ze aan mijn telefoon. Ze lacht zelfs het hardst, poepgrapjes zijn hilarisch als je zes jaar ben. Ze gaat verder met tekenen. ‘Ik teken iemand met een piepie’ kletst ze vrolijk door en lacht weer voluit.

Grote broer zegt dat ze op moet houden en stil moet zijn, maar dat is tegen dovemans oren gericht. Het zusje, wat er zo lief en onschuldig uitziet maar eigenlijk meer een wolfje in schaapskleren is, gooit er nog een schepje bovenop door hem ‘scheethoofd’ te noemen.Het gekibbel tussen de twee is begonnen. Ik besef me dat we nog ruim twee weken te gaan hebben (als het meezit) en vraag me af hoe ik hier het beste mee om kan gaan.

Ik kijk naar de klok en zie dat het nog te vroeg is om mezelf te troosten met een glas wijn.
Ik zie de koptelefoon liggen van mijn zoon en zet ‘m op.
Dankzij mijn (blijkbaar) smalle bekkie past ie prima. En hij werkt! Top, ik kom de dagen wel door zo.Ondertussen is het huiswerk af en zijn de poep en plas grapjes afgenomen. Ik hou zo van mijn grut en alle drukte die erbij komt. (Ze worden ook weleens liefkozend ‘de filistijnen’ genoemd.) Maar die koptelefoon, dat is toch wel een uitvinding….

Zo moeder, zo zoon.

Zoonlief komt thuis uit school met natte schoenen en sokken die je uit kan wringen. ‘Ik zei toch dat je je goeie schoenen aan moest doen. Als je gaat voetballen met dit weer op je sneakers dan wordt alles nat’. Zeg ik tegen hem.

Waarop de pre-puber antwoord dat hij geen last van zijn natte sokken en schoenen heeft gehad. Hij trekt de natte bedoeling uit en installeert zich op de bank. Ik geef ‘m een kus op zijn bol (bij Gods gratie) en ik ruik een muffe lucht van zijn voeten vandaan komen. ‘Dat krijg je er nou van als je met natte schoenen loopt: stinkkluiven’ fluister ik plagend in zijn oor.

‘Ja maar mama… jij bent toch pedicure? Dan moet jij toch mijn voeten verzorgen?’ Zegt hij. ‘Zo makkelijk kom je er niet vanaf grapjas, ga gauw je voeten wassen voordat de champignons er aan hangen’. sommeer ik hem. Een half uur later zijn zijn voeten (maat 38!) weer fris en fruitig. Het valt toch allemaal niet mee, zo’n moeder die je voor de voeten loopt?
Ps. Linkervoet is van mij, rechtervoet van bigfoot jr

pennenstreken

Wat heb ik toch met pennen? Ik raak ze al-tijd-kwijt. Toen ik net voor mezelf was begonnen had ik er eentje laten afdrukken met mijn logo. Helemaal trots was ik op mijn eigen pen, binnen een paar dagen was die pleitte.
Hopelijk is de gelukkige vinder er nu reclame mee aan het maken voor mij.

In de tussentijd smokkel ik pennen bij elkaar die ik krijg toegestopt van mijn pennen-sponsors. Dat zijn de klanten die mij een pen toeschuiven op het moment dat ik mijn agenda trek en daarna als een verstrooide in mijn tas opzoek ga naar een pen die er niet meer is: ‘Hou ‘m maar hoor, ik heb er genoeg’, zeggen ze dan. Ik neem ‘m dankbaar aan om de pen vervolgens weer kwijt te raken. Zo is er zelfs een lieve klant die mijn rondslingerende pennen bewaard voor de volgende keer dat ik er weer ben.

Gelukkig ben ik alleen met pennen een complete chaoot. Ik ben namelijk een ontzettend opgeruimd persoon eigenlijk. Een klant noemde mee eens: ‘een heerlijk georganiseerd mens’, nadat ze de inhoud van mijn koffer zag, die is nl zorgvuldig ingericht zodat ik blindelings alles kan vinden.
Daarom heb ik sterk het vermoeden dat er een bermuda driehoek is speciaal voor pennen. En ik weet zeker dat die al aardig gevuld is met mijn collectie….

Pizza Funghi

Broer en zuslief zijn samen in de badkamer. Ik spiek even om het hoekje om te kijken of de badkamer niet in een subtropisch zwemparadijs veranderd is waar tropicana jaloers op zou zijn geworden. Ik zie hoe dochterlief ijverig tussen haar tenen zich afdroogt met het puntje van haar handdoek.
‘Goed zo meisje, wat doe je dat netjes’ complimenteer ik haar.

‘Ja mama, want jij zegt dat er champignons tussen mijn tenen gaan groeien als ik niet goed afdroog.’
‘Dat is niet waar hoor Evi!!’ Roept haar grote broer vanonder de douche vandaan. ‘Dat heeft mama gewoon verzonnen’. Ik lach, en besef me dat zoonlief op een leeftijd is gekomen dat ie niet zomaar iets klakkeloos meer van zijn moeder aanneemt’ Nou, eigenlijk klopt het wel een beetje hoor lieffie, champignons zijn familie van schimmels’. En als je niet goed afdroogt tussen je teentjes dan kan er schimmel tussen komen.’ Antwoord ik haar.

Mijn dochter kijkt me aan en trekt een vies gezicht. ‘Gattedamme’ zegt ze, en ze gaat verder met waar ze bezig was.
Ik heb zo’n vermoeden dat de pizza fungi voorlopig onaangeroerd in de ijskast blijft liggen…

Kleine voetjes, grote plannen

‘Mamie? Ik kan niet slapen’
Ik ben bezig op mijn werkkamer als ik haar naar boven hoor roepen. Ik loop de trap af naar beneden richting haar kamer.
‘Wat is er wijffie? Waarom kan je niet slapen?’
Ze zegt dat ze het niet weet en ze klimt op mijn schoot. Ik vraag haar of ze even mee wil naar boven. Ze klemt haar beentjes om mijn middel en kriebelt met haar vingertjes in mijn nek als ik haar naar boven til.
Ik zet haar in mijn stoel en ze bekijkt aandachtig hoe ik mijn werkkoffer aanvul en mijn spullen schoonmaak. ‘Wil je later ook pedicure worden net zoals mama en oma?’ Vraag ik haar, en ik kietel even onder haar zachte voetjes.
‘Dat weet ik nog niet mama, ik wil ook misschien bij de politie als ik later groot ben’. ‘Ja, dat is ook gaaf natuurlijk, maar je moet wel goed slapen wil je groter worden, in je slaap groei je, wist je dat?’ Vertel ik haar. Ik rond het werk af en ik leg haar terug in haar ‘grote meiden bed’.
Ik geef haar een knuffel en een kus en ik doe het licht uit. Dag lief klein meisje, droom maar over je grote wensen. Maar blijf voorlopig nog maar even mijn kleine meisje met de lieve zachte kleine voetjes die ik nu nog af en toe mag kietelen.

Zwijgen is Goud

‘Goedemorgen zuster’.
‘Goedemorgen mevrouw, ik ben het Judith, de pedicure, niet de zuster’.
Ik kom dichter bij mevrouw en ze knijpt met haar ogen. ‘Oh, ja nu zie ik het’, zegt ze.
Komt u mijn voeten doen?’
‘Ja dat was ik wel van plan, eigenlijk’, antwoord ik haar.
Ik rij mijn karretje met mijn werkspullen erop haar kamer in en zet alles klaar voor de behandeling. Mevrouw is nooit zo spraakzaam, af en toe kijkt ze me aan en lacht dan eventjes. ‘De beste wensen nog’, zeg ik tegen haar als er op dat moment iemand binnen komt. ‘Hallo ik ben Marloes, zegt de mevrouw. We kijken Marloes beiden vragend aan. ‘Ja?, Zegt de bejaarde mevrouw, waar kom je voor?’
‘Ik kom om even een praatje te maken’ zegt Marloes de vrijwilligster. ‘Dat gaat nu niet de pedicure is nu bezig, en ik heb geen zin in een praatje’,
‘Dan ga ik na de volgende, fijne dag’, zegt Marloes vriendelijk als ze wegloopt.
Ik kijk mevrouw aan, ‘heeft u geen zin in gezelschap?’
‘Nee, jij bent er toch? Dat is helemaal prima zo, ik vind het fijn als jij er bent, en mijn voeten voelen altijd zo heerlijk na afloop’.
Ik knik begrijpend en ik ga verder met waar ik was gebleven, ik werk in stilte verder. Mevrouw heeft genoeg aan iemand in haar buurt, er hoeft niet gekletst te worden. De meeste mensen kennen mij als iemand die aardig kan kleppen: ‘gooi er een muntje in en het begint te praten’ word er weleens gezegd. Maar zo werken in stilte kan ik ook heel goed, even niks, even geen gepraat. Na afloop zeggen we elkaar gedag en mevrouw bedankt me. ‘Het was weer fijn hoor’ zegt ze. Ik loop door naar de volgende kamer. Opgeladen in stilte, klaar voor de volgende klant die wel op haar praatstoel zit, dit werk zit vol mooie afwisselingen.

It’s a Girl

Er valt een envelop op mijn deurmat. Ik open het en zie dat er een geboortekaartje in zit. Het is van een klant, ze is bevallen van haar dochter. Als ik het kaartje open valt er een briefje uit, ik pak het op en lees het: het is een uitnodiging voor het kraamfeestje. Of ik zin heb om het nieuwe telg te komen bewonderen onder het genot van roze muisjes. ‘Ja natuurlijk kom ik’ app ik haar. 9 maanden lang zag ik elke 6 weken hoe haar buik weer was gegroeid. En bij elke 6 weken kletste we over baby-stuff en over de voorbereidingen die horen bij gezinsuitbreiding. Het kraamfeestje was een roze wolk, een klein gezond baby’tje met kleine voetjes en handjes, helemaal compleet. Wat mooi om de zwangerschap op die manier gevolgd te hebben, en wat tof vond ik om op het kraamfeestje te mogen zijn. Ik sta dichtbij mijn klanten, letterlijk, maar soms ook figuurlijk. En die kant van het vak zou ik nevernooit willen missen.

Kids………

Ik: ‘jongens ik moet even wat klanten bellen, even niet zo’n herrie maken ok?’
Kids: ‘ok, mama’.
Het moment dat ik bel en de klant de telefoon opneemt begint het geëmmer: ‘mama!!!!! Hij zit op mijn stoehoel en dat wil ik niet!!!’
Met wilde gebaren probeer ik de dramaqueen duidelijk te maken dat ze even stil moet zijn, maar het tegenovergestelde gebeurt: ze komt naast me staan en draait haar volume nog een stukje omhoog: ‘hij moet van mijn stoel af, ik zat daar eerst’, gilt ze. Sssssttt, zet die sirene van je nou eens uit’ fluister ik haar toe. Ondertussen aan de andere kant van de telefoon hoor ik de klant doorpraten. Ze is slechthorend, dus dat komt in dit soort gevallen best goed uit. Het moment dat ik ophang is de rust weer wedergekeerd. Ik kijk ze aan met mijn ‘mama-is-boos blik’. De mini-terrors, het kleine tuig, de jeugd van tegenwoordig, ze kijken terug met hun puppy ogen en zijn muisstil. Stinkerds, denk ik. Later als ze groot zijn dan doe ik hetzelfde terug bij ze, ik verheug me er nu al op

Druk,druk, druk.

Je zou denken dat de bejaarden-medemens een wat minder volle agenda hebben dan dat wij hebben. Zou je denken… maar sommige hebben het nog hartstikke druk op hun manier. Een afspraak maken valt soms dan echt nog niet mee. Op maandag is er bingo, dinsdag gaan ze naar de kapper voor een watergolfje, op woensdag wordt er gekaart en op donderdag komt de hulp, ja en op vrijdag dan werkt deze pedicure niet. Nee, wegkwijnen achter de geraniums doen deze bejaarden niet, ze weten hun dagen aardig in te vullen. Soms is dat lastig plannen voor mij, maar ik teken ervoor om op deze manier oud te worden!

Bingo-frustratie


Corrie: ‘je kan tegenwoordig ook komen eten voordat de bingo begint’.
Ik: ‘oh wat handig, lekker hoor’.
Corrie: ‘nee dat is helemaal niet lekker, het was niet te eten. We kregen bami en het waren alleen maar witte slierten zonder iets er doorheen. En er zaten kipspiesjes bij maar die waren keihard. Ik hoefde het niet. Zal ik het voor je inpakken? Dan kan je het meenemen? Vroegen ze nog aan me. Ik zei: weet je wat je er mee kan doen? Je kan het in de vuilnisbak flikkeren, het is niet te vreten.’
‘Ja, ze zal me wel niet aardig hebben gevonden, maar het is toch zo? Mijn dochter zeg ook dat ik wat netter moet praten, maar ik praat nou eenmaal zo, heb ik altijd gedaan’.
Nou Corrie, hou het maar lekker op zijn ABR’s hoor, dan weten we allemaal precies waar we aan toe zijn.

*met toestemming van Corrie geplaatst*

Itsy Bitsy Spider

‘Heb jij die nou meegenomen naar binnen?’
Vraagt een klant aan mij als ik haar kamer binnen rol met mijn koffer. Ik kijk om en zie een grote spin in haar gang. Ik ben niet snel bang voor spinnen, maar deze variant brengt de hysterische kant in mij naar boven. Niet alleen zijn behaarde lijfje is groot, maar ook zijn poten, ik krijg er de rillingen van.
Mevrouw pakt een wc-papiertje en vraagt of ik ‘m weg durf te halen.
‘Uh…., nou niet met een papiertje’, ik weet dat deze nogal snel kunnen rennen en dan zal je zien dat ie net de verkeerde kant op rent. (Mijn kant dus)
Mevrouw drukt me haar elektrische vliegenmepper in mijn handen.
Ik ga door mijn knieën en rooster het beestje. ‘Sorry spin, ik ben echt een dierenvriend maar bij dit soort varianten houd de liefde echt op.
‘Dank je wel’, zegt de klant.
‘Geen probleem hoor, service van de zaak’, antwoord ik haar.
Judith: pedicure aan huis, spinnen- vedelgster, you name it.

Fetisj

Klant: ‘heb je van je werk je hobby gemaakt?’
Ik: ‘Uhm nou, voeten zijn geen hobby van me hoor, ik heb geen voetfetisj als je dat bedoelt.’
Klant: ‘Haha, Nee? Je word niet blij van voeten?’
‘Nope, ik kan er niet wild van worden’. antwoord ik lachend. ‘Nou gelukkig maar, zegt de klant dan sta je toch raar van te kijken: een pedicure met een voetfetisj.’ Dan heb je pas écht van je hobby je werk gemaakt.

Wie mooi wilt zijn….

Mevrouw: ‘vergeet je koffie niet, hij wordt koud’.
Ik: ‘ik laat ‘m altijd afkoelen, ik krijg hete koffie niet weg. En je schijnt knap te worden van koude koffie.’
Meneer (in de 80): ‘Ja dat klopt, kijk maar naar mij, ik drink mijn koffie ook altijd koud.’
Ik hoor mevrouw lachen op de achtergrond.
Terwijl ik aan mijn koffie begin zeg ik: ‘oh, dus ik heb nog zo’n 40 jaar te gaan, even volhouden dus.’
Meneer: ‘precies, nog even volhouden meissie

Tassie

Één keer per week werk ik in een verzorgingstehuis in Gouda, mijn geboortestad. De stad waar ik een groot gedeelte van mijn jeugd heb doorgebracht.
Mijn hart ligt tegenwoordig in Rotterdam, maar ik kom graag terug in de kaasstad. Zo ook vandaag weer. Terwijl ik mijn werktafeltje installeer hang ik mijn ‘tassie’ op aan de zijkant. Hij past er perfect tussen. Soms hangt ie met de tekst naar voren en soms naar achteren. Ik let er niet zo erg op.
De mensen hier wel daarin tegen. Ik kreeg een corrigerende tik op de vingers van een medewerker toen de tekst niet zichtbaar was: ‘hey, dat kan niet hoor, kom eens hier, even je tas omdraaien’.
Tot aan de bewoners: ‘wat heb jij nou op je tas staan?, wat grappig zeg, wat is dat voor een taal eigenlijk?’
Het mag duidelijk zijn waar ik tegenwoordig vandaan kom, en dat leidt tot de mooiste gesprekken. Bewoners die over hun stad/dorp de mooiste herinneren ophalen en ze delen met mij.
Home is where the heart is zeggen ze weleens, en voor sommige bewoners hier ligt hun hart nog vaak daar waar ze de mooiste herinneren hebben gemaakt….

Lifttalk

Ik stap de lift in en trek mijn werkkoffer achter me aan. De wieltjes ervan blijven nog weleens steken als ik in een lift instap dus ik probeer de koffer zo voorzichtig mogelijk over de rails heen te trekken.
Op dat moment stapt er een meneer de lift in, zo halverwege de 70 schat ik hem in.
‘Het is toch niet normaal hè? Ze pleuren het gewoon maar overal neer’.
Zegt hij tegen mij met een Rotterdams accent wat niet te vermijden is.
‘Wat?’ Vraag ik hem.
‘Nou, de folders uit de brievenbus, als ze die niet meer motte, dan flikkeren ze die op de grond ipv in de prullenbak. En ik weet wie het doen hè? Ik woon hier al 40 jaar, ik zie alles.’
Meneer gaat verder: ‘ik heb in de haven gewerkt hè? Ik ben een geboren en getogen Rotterdammer’, verteld hij trots.
‘Echt? Dat was me nog niet opgevallen’ zeg ik lachend.
Meneer lacht terug en weet dat ik op zijn accent doel. Dan is het zijn verdieping om uit te stappen. ‘Dag meissie, werk ze hè! Zegt hij vriendelijk als hij de lift uitstapt.
Dag gezellige Rotterdammert. Hou het allemaal maar goed in de gaten hoor.
Wat hou ik toch van small talk in de lift.

Apenliefde

Klant: ‘het is herfstvakantie hè? Waar zijn je kinderen vandaag’?
Ik: ‘oh die zijn mee, die zitten in de auto’.
Klant: ‘nee, toch!
Ik schiet in de lach en ze heeft door dat ik een dolletje maak met haar.
‘Ik dacht het echt even hoor’, zegt ze.
‘Nee, dat zal ik nooit doen hoor’ zeg ik tegen haar. Ze achter het behang plakken, dat doe ik wel af en toe met die aapies van me

Call me

Ik moet toch altijd zo lachen als de bejaarden-medemens mijn voicemail inspreekt: ‘ik moet inspreken na de piep, oh die is al geweest. JA HALLO MET MEVROUW DE BRUIN IK WIL GRAAG EEN AFSPRAAK MAKEN! MIJN TELEFOONNUMMER IS.. wat zeg je Jan? Staat ons nummer al in haar scherm? Oh, ja toch maar even voor de zekerheid hoor. ONS NUMMER IS 010-1234567, WIJ WONEN OP DE MARINIERSWEG. Volgens mij is het goed zo toch Jan? Nou we horen het wel’.

Another day at the office

‘Fijne vakantie!’ Roept een fietser mij toe op laan van zuid terwijl hij naar mijn koffer kijkt. ‘Dank je wel!’ Roep ik terug naar hem terwijl hij verder fietst. Een paar uur eerder kreeg ik de vraag in een lift in Charlois of ik niet een bom in ‘die grote koffer’ had. ‘Nee, wel mesjes’, wilde ik antwoorden. Meneer keek mij heel serieus aan, dus het leek me verstand om mijn lollige antwoord maar achterwege te laten. Helaas ga ik niet op vakantie, en gelukkig heb ik geen terroristische trekjes. Nee joh,ik ben gewoon een pedicure aan het werk in de stad

Een dag niet gelachen…..

De smartlappen-liedjes vullen de woonkamer van meneer terwijl ik hem help om zijn voet op mijn beensteun te leggen. ‘Uw nagels zijn niet erg hard gegroeid hè, in die 6 weken tijd’ merk ik op. Meneer kijkt mij aan met zijn kleine pretoogjes en zegt: ‘ik bijt nagels’.
Aangezien ik nogal een beelddenker ben schiet ik hard in de lach. Hij lacht met mij mee en ik zeg tegen hem: ‘oh, dat wil ik zien dan!
Meneer antwoord: ‘nee joh, anders heb ik jou toch niet nodig.
‘Nou gelukkig maar’ antwoord ik hem. Ik start de behandeling en in de tussentijd doen we wat altijd doen: lachen om de foute videoclips van de smartlappen zangers. Tenslotte is een dag niet gelachen, een dag niet geleefd

Beauty

Ik stap de lift in en begroet een mevrouw van middelbare leeftijd die er al in staat. Ze heeft een klein wit hondje bij zich en ze groet me vriendelijk terug. Het beestje ligt bibberend in haar armen. ‘Ja ah we gaan zo lekker naar buiten hè?’ zegt ze met een kinderstemmetje tegen het beestje. ‘Hij is gek op mensen, je mag ‘m wel aaien hoor’. Het moment dat ik het bibberende beestje aan mijn hand wil laten snuffelen begint ie heel enthousiast mijn hand af te lebberen. Ik trek mijn hand terug en zeg: ‘nou idd wat een lieverd zeg’. Ik veeg mijn hand af aan mijn werkbroek. Ik houd van honden maar bij gelebber stopt de liefde. ‘Hij heet bejoetie, iedereen in de flat kent hem en iedereen is gek op hem’, kletst ze verder. We stappen de lift uit en ik zie dat beauty een roze jasje aan heeft. ‘Ja natuurlijk’ denk ik, dat maakt het plaatje compleet. We lopen naar buiten waar ze hem op de grond zet. Het kleine hondje begint meteen te keffen naar alles en iedereen. Die ‘bejoetie’, wat een lieverd is het toch.

Step bij step

‘Meneer is een beetje zenuwachtig, dus ik blijf er even bij’. Wordt tegen mij gezegd als ik binnen stap bij een nieuwe klant. ‘Helemaal prima hoor, geen probleem’, antwoord ik.
‘Meneer heeft last van pijnlijke plekken, al een tijdje, hij durfde niet naar de pedicure te gaan’. Als ik de behandeling begin,leg ik stapsgewijs uit wat ik ga doen. Alles gaat goed en meneer is blij. ‘Ik wil u heel erg bedanken en even een hand geven’ zegt hij na afloop.
‘Is goed, even mijn handschoen uit doen’ antwoord ik hem. En terwijl ik hem een hand geeft pakt ie hem vast en drukt er een zoen op. ‘Zo, dat is lang geleden dat ik die voor het laatst kreeg’ zeg ik lachend. Meneer pakt zijn nieuwe sneakers en trekt ze aan. ‘Eindelijk kan ik ze aan, mijn voeten doen geen pijn meer’. En terwijl ik de deur uitloop zwaait hij me na tot aan de lift. Meneer blij, ik blij. Één van de allertofste dingen van dit vak.

Na regen komt zonneschijn

Het regent. ik word een beetje down van het weer en met mijn hoofd omlaag loop ik richting mijn auto.Ik ben aan het werk in het centrum terwijl mijn oog valt op een tegeltje. Ik heb dit tegeltje eerder gezien en een vriendin van mij (geboren en getogen Rotterdamse) legde mij uit dat dit tegeltje de brandgrens aangeeft. De grens van de vernieling het bombardement. Terwijl ik doorloop naar mijn auto denk ik aan de verhalen van mijn klanten die zij mij over de oorlog hebben verteld. Heftige verhalen. Verhalen die de regen doen vergeten. En terwijl ik naar mijn volgende klant rijd trekt de regen weg en doet de zon zijn best om door de wolken heen te komen. Zo zie je maar, na regen komt zonneschijn. En daar is deze stad toch wel het ultieme voorbeeld van.

Tang

Bejaard echtpaar kregen gister beide een pedicure behandeling. Mevrouw tegen meneer toen ik zijn nagels aan het knippen was: ‘wat een tang hè?’
Ik: ‘ik mag hopen dat het over mijn knipper gaat.’
Verschrikt kijkt ze me aan: ‘oh ja, natuurlijk’.
Ik kijk haar lachend aan en ze heeft door dat ik een grapje maak.
‘Maar het blijft een grote tang’.

Arm in arm

Yes, weer fijn aan een nieuwe werkdag begonnen. En mijn eerste klant was toch om op te vreten. Een mevrouw van 93 jaar, ze staat op me te wachten als ik de lift uit stap. ‘Goedemorgen mevrouw, wat lief dat u mij komt halen, maar waar is uw karretje?’, vraag ik haar. ‘Oh die ben ik in alle haast vergeten, ik ben al 93, wat een oud wijf hè?’ Waarop ik lachend antwoord: ‘dat zijn uw woorden hè, nou steek maar een arm in’. En samen lopen we gearmd, schuifelend en giebelend om haar opmerking terug naar haar knusse kamertje. Wat hou ik toch van dit soort momentjes.

ABR

Vanmorgen op Rotterdam Zuid/ Feyenoord. Tijdens de behandeling horen we ineens een hoop kabaal, er vliegen twee helikopters voorbij, die vervolgens rondjes blijven vliegen. Het lijkt op een oefening, soms zien we ze zakken om vervolgens weer verder te vliegen. Na de behandeling gaan we even kijken op haar balkon waar haar zoon verteld dat hij 10 jaar geleden een helikoptervlucht heeft gemaakt in Cuba samen met zijn moeder. Hij laat de foto’s zien en terwijl ik een slok neem van de koffie hoor ik mevrouw op de achtergrond in het Algemeen Beschaafd Rotterdams zeggen: ‘sjongejonge wat een takke-herrie zeg, zijn het niet die kinderen dat is het dit wel’.
De koffie schiet bijna door mijn neusgaten naar buiten…
Wat een gaaf gezicht zo die helikopters boven de stad, maar het blijft natuurlijk wel gewoon een takke-herrie

Lief

Soms laten mensen mij heel dichtbij komen, zowel letterlijk als figuurlijk.
Zo ook pas geleden bij deze dementerende dame. Soms heeft ze slechte dagen en is ze met haar gedachtes op een plek waar niemand bij komt. En soms heeft ze heldere dagen, dagen dat ik een glimp zie van de persoon die ze ooit is geweest.
Na haar voeten behandeld te hebben staan we in de gang als ze dichterbij schuift, en ineens heb ik twee zoenen op mijn wang te pakken. ‘Lief’ zegt ze met een zachte stem.
‘Ik vind u ook lief’ zeg ik terwijl ik haar hand pak en even over haar arm wrijf.
‘Tot over een paar weken’ zeg ik als ik me omdraai en haar deur uitloop. Ze blijft in de deuropening zwaaien totdat ik uit beeld ben.
Ik ga verder met mijn werkdag en geniet nog even extra van alles, want voor je het weet kan je je er misschien meer weinig van herinneren…

My girl

Op een doordeweekse ochtend: ‘Jongens schoenen en jassen aan, we gaan naar school!’
‘Welke schoenen moet ik aan mama?’
Waarop ik antwoord dat ze zelf maar even moeten kijken. Vervolgens komt diva-kleuter met deze combi aanlopen.
‘Weet je zeker dat je deze schoenen aan doet vandaag? En moet je je sokken dan niet uitdoen?’ Vraag ik aan haar.
‘Nee hoor mama, zegt ze, dit wil ik aan, zo vind ik het mooi’. Ik kijk nogmaals naar de pantersokjes en naar haar schoentjes. Wat ga ik doen, ga ik de strijd aan of laat ik het maar gaan.
Ik kies voor het laatste. Wat bij dochterlief in haar kop zit, zit niet in haar kont en zo lang ze niet met haar onderbroek op haar hoofd buiten loopt valt het allemaal nog wel mee. ‘Ok, liefie, helemaal prima dan’ zeg ik terwijl ik de riempjes van haar schoentjes vastmaak. Ze pakt haar jas en tas en huppelt vrolijk de deur uit….
My girl, ze weet heel goed wat ze wil en wat ze niet wil. Een mooie eigenschap, een soms uitdagende eigenschap, een eigenschap waar ze heel ver mee gaat komen.

Corrie

Kennen jullie Corrie van de Kruiskade nog? Pas geleden was ik weer bij haar en ze had weer een bingo-frustratie….: ‘Weet je wat ik had gewonnen dit keer bij de bingo? Een soeppan!! Wat moet ik nou met een soeppan? Als ik ga koken word het een bende.’ (Corrie is slechtziend). Ik moet stiekem lachen om de manier hoe ze het verteld en ze gaat verder: ‘Dus ik vroeg aan mijn zoon of hij die pan wilde, maar hij wilde ‘m niet, dus ik naar mijn buurvrouw, die wilde ‘m ook niet, niemand wilde die pan! Toen ben ik met die pan naar beneden naar de balie gegaan. En ja hoor, de receptioniste wilde wel die pan hebben.’ ‘Daar ga ik lekker chili con carne in klaar maken had ze gezegd.
Dus ik zeg: nou je doet je best maar.’
‘Ben allang blij dat ik van dat ding af ben’, zegt Corrie lachend.
‘Als ze nou gewoon eens een pak kaakies als prijs doen, maar nee hoor’. Nou Corrie, de volgende keer neem ik een pak kaakies mee voor bij de koffie, heb je toch nog een beetje prijs.

*foto en verhaal geplaatst met toestemming van Corrie: ‘ja, best joh.’*