Green happiness

november 17, 2019 2 Door Judith

Ik stap naar binnen bij mijn eerste klant van de dag en begroet hem. Meneer is bezig met zijn planten, hij schuift ze wat heen en weer totdat ze op de juiste plek staan. De één moet in het volle daglicht, de ander juist niet, het is een hele studie. ‘Zal ik u even helpen daarmee? Straks valt u nog, dat moeten we niet hebben hoor’, zeg ik tegen hem. ‘Nee, nee ze staan goed zo’, antwoord meneer die al aardig op leeftijd is.

Hij ploft neer in zijn stoel en zucht: ‘zo die staan er weer goed bij’, zegt hij terwijl hij zijn kamer rond kijkt. Meneer heeft een hoop planten, en ze staan er allemaal even mooi bij, een gemiddeld tuincentrum zou jaloers zijn op zijn verzameling. ‘Zie je die plant? Hoe mooi de blaadjes open staan? En ‘s avonds gaan ze weer naar binnen, zo mooi om te zien hoe de natuur zijn werk doet’. ‘Nou zeker mooi om te zien’, antwoord ik hem terwijl ik aan mijn eigen plantjes in de woonkamer denk, die er hier maar triest bij af steken.

Ik begin met de behandeling en meneer verteld mij over vroeger, dat hij een grote tuin had die hij met liefde verzorgde. ‘Wist je dat je slakken kan lokken met bier’, geeft hij mij als tip. ‘Nou wat toevallig, mij kan je lokken met wijn’, antwoord ik hem. Hij lacht en verteld dat hij liever een advocaatje heeft. Ik denk aan mijn oma, en zie haar voor mij, lepelend aan een glaasje advocaat met een flinke toef slagroom er boven op gespoten.

Aan het einde van de behandeling ruim ik mijn spullen op en meneer staat langzaam op en zegt: ‘zo, ik ga nu even de stad in met de bus, even op de markt kijken of er nog mooie planten te koop zijn, ze hebben daar goede planten hoor, echt de moeite waard’. Ik kijk zijn kamer rond en vraag me af waar hij ze in godsnaam gaat laten. Er is niet veel ruimte meer. Maar de meneer met de groene vingers en de aarde onder zijn voeten vind vast wel weer een plekje voor de uitbereiding van zijn hobby, en de volgende keer mag ik ze weer bewonderen. Stiekem ben ik wel een beetje jaloers op zijn groene vingers. Ik presteer het zelfs om vetplanten dood te laten gaan. Gelukkig ben ik beter met mensen…